From: Reformatorisch Dagblad, Apeldoorn, Netherlands, July 14, 2001
 
 
Buitenland 14 juli 2001

Leiders India en Pakistan praten vandaag en morgen met elkaar

'Oude koek' tijdens topontmoeting

Door A. Jansen
HEIDELBERG – Vandaag en morgen praten ze met elkaar, de Pakistaanse generaal (en selfmade president) Pervez Musharraf en Atal Behari Vajpayee, premier van India. In de stad Agra, op zo'n twee uur rijden van de Indiase hoofdstad New Delhi, moeten de twee aartsrivalen elkaar de hand schudden. Maar waarover gaan ze eigenlijk praten? Dat weten ze zelf nog niet precies, want de agenda's verschillen nogal.

Musharraf heeft gezegd voornamelijk over Kashmir te willen praten, het door beide landen geclaimde gebied in de noordwestelijke punt van India, waarover de twee al diverse oorlogen hebben gevoerd en waardoorheen nu een wankele bestandslijn loopt. Musharraf is vast van plan met Vajpayee een tijdsplan af te spreken teneinde dit conflict „definitief” de wereld uit te helpen.

Een vermetel voornemen, en ook nog eens onmogelijk, want India voelt er niets voor om over Kashmir zelfs maar te praten. De Engelstalige Pakistaanse krant Dawn meldde gisteren nog optimistisch dat India een ”composite dialogue” (samengestelde, dus veelzijdige dialoog) op tafel heeft gelegd met acht punten als gespreksstof. Een van die acht zou Kashmir zijn.

„Ik betwijfel het”, zegt dr. Wolfgang Peter Zingel, kenner van India en Pakistan en verbonden aan het Instituut voor Zuid-Azië van de universiteit van Heidelberg. „Waarschijnlijk is het meer ”wishful thinking” van de Pakistanen dan realiteit.”

Het probleem is, aldus Zingel, dat de twee totaal verschillende oplossingen voor het Kashmir-conflict in gedachten hebben. India (met een hindoemeerderheid) beschouwt het gebied als integraal deel van zijn grondgebied. Pakistan bestrijdt dat en zou graag zien dat er een referendum wordt gehouden waarin de bevolking zelf haar keuze (lees: voor aansluiting met het islamitische Pakistan) kan maken.

Als de verschillen dan zo groot zijn, kun je je afvragen waarom er überhaupt nog een top wordt georganiseerd. „De meeste politici in beide landen willen een oplossing”, zegt Zingel. „Ze beseffen heel goed dat hier twee atoommachten met hun neuzen tegen elkaar gedrukt zitten. India en Pakistan hebben er een gezamenlijke grens en het is daar ook nog eens erg dichtbevolkt.” Dat is volgens Zingel zelfs vanuit wereldhistorisch perspectief uniek. „Alle nucleaire machten waren of geen vijanden van elkaar, zoals Engeland en Frankrijk, of waren staten wier grenzen slechts in een uithoek elkaar naderden, zoals de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. Maar je kunt per fiets van Pakistan naar India, en dat zit steeds meer politici niet lekker.”

Siachengletsjer
Dat de twee rivalen met hun neuzen tegen elkaar aangedrukt zitten is bijna letterlijk het geval op de 5000 meter hoge Siachengletsjer, ook wel „'s werelds hoogste oorlogsfront” genoemd. Indiase en Pakistaanse troepen beloeren en bestoken elkaar hier al vele jaren. Onder de acht punten die India in zijn ”composite dialogue” naar voren zou hebben gebracht, behoort ook terugtrekking van beide legers van de Siachengletsjer.

Dit voorstel past in de benadering die premier Vajpayee voorstaat. „We moeten eerst de cultuur van haat en demonisering van elkaar overwinnen”, klonk het deze week vanuit New Delhi. „We kennen elkaar niet meer.” Met een duur woord zou je zijn aanpak ”verandering door toenadering” kunnen noemen.

Al vijftig jaar van elkaar gescheiden families in het gedeelde Kashmir zouden elkaar kunnen gaan ontmoeten, grensovergangen in het westen zouden open moeten gaan, en langs de ”Line of Control” (bestandslijn) die door Kashmir loopt, zouden ook zulke openingen moeten komen. Verder staan wat India betreft nieuwe spoor- en busverbindingen op het programma.

Allemaal oude koek, zegt Zingel, want bij eerdere ontmoetingen werd hetzelfde voorgesteld. Toch zal het voor Pakistan moeilijker worden om een top als deze te laten mislukken. Het land is namelijk bijkans platzak. „Ongeveer de helft van het overheidsbudget wordt opgeslokt door het afbetalen van buitenlandse schulden (40 miljard dollar)”, aldus Zingel, „De laatste jaren zijn ook de uitgaven voor defensie gedaald, omdat het geld nodig is om de schuldenlast te verlichten. Als zelfs het leger zichzelf niet meer kan bedruipen, zit het land duidelijk aan zijn grenzen.”

En zo wordt het erg moeilijk om de wel heel lekkere wortel af te slaan die India vandaag of morgen zal voorhouden: het dulden van een aardgaspijpleiding over Pakistaans grondgebied tegen een jaarlijkse vergoeding van 500 miljoen dollar! De aan te leggen buis loopt over een afstand van 2200 kilometer van Iran naar India, waar hij uitloopt in een van de raffinaderijen van Dhirubhai Ambani in de stad Jamnagar, gelegen aan de Golf van Kutch (in de westelijke deelstaat Gujarat).

Maar: 700 kilometer pijp zal over Pakistaans grondgebied moeten, en dat ligt uiteraard gevoelig. Je energie via een aartsrivaal laten aanvoeren is immers het domste wat je kunt doen. In het geval van een oplaaiend conflict zou die leiding een prima sabotagemiddel voor Pakistan kunnen zijn. Maar Vajpayee heeft er kennelijk vertrouwen in dat zijn toenaderingstactiek vruchten gaat afwerpen. Hij heeft er zelfs over gerept dat deze aardgasdeal de eerste stap moet worden in de richting van verdere handelsbetrekkingen (de export naar Pakistan bedroeg vorig jaar een magere 0,22 procent van de totale Indiase handel met het buitenland).

Achterban
Of Pakistan werkelijk zal toehappen hangt van meerdere factoren af. De politieke achterban bijvoorbeeld. Zingel: „Tussen de twee is ook al eens de aanleg van een stuk spoor afgesproken dat Iran en India met elkaar moest verbinden via Pakistaans grondgebied. Dat is in de laatste minuut toch afgeketst op politiek verzet in beide landen. Een overeenkomst rond een gaspijpleiding zou op zo'n zelfde manier kunnen mislukken.”

De kwetsbaarheid van zo'n deal –hoe verkopen we het aan de achterban?– staat model voor heel de top, vindt Zingel. Want zelfs als ze wat betreft Kashmir dicht bij een akkoord zouden komen, zitten de twee leiders met de vraag hoe ze dat moeten uitleggen aan hun bevolking. „Dat is steeds het struikelblok: voor ze het doorhebben, worden ze ervan beschuldigd „het nationale belang” in de uitverkoop te hebben gedaan.”

Wat het belang van deze top dan wel mag zijn, als er zo weinig resultaten geboekt gaan worden? „Dat de dialoog wordt voortgezet,” zegt Zingel. Het is volgens hem sowieso een vooruitgang dat de twee rechtstreeks met elkaar praten. „Diplomaten in Zuid-Azië hebben de neiging hun machtspositie te handhaven door oplossing van conflicten te blijven uitstellen. Bijvoorbeeld door maar geen toenadering tot de ander te zoeken. Op die manier kun je jezelf als tussenpersoon flink 'opblazen'. Maar als de 'bazen' direct met elkaar gaan praten, wordt die afremmende factor opzijgeschoven, en dat is winst. En hopelijk besluiten ze vervolgens de dialoog op een meer georganiseerde en directe manier –bijvoorbeeld op ministerieel niveau– voort te zetten.”


Comments -- Back to the homepage of Wolfgang-Peter Zingel